maandag 29 november 2010

Waarom als laatst genoemd worden niet eens zo verkeerd is!

Een maand geleden schreven we over een workshop die we gaven aan 70 managers. Deze managers waren allen ambtenaren, dus enige opwekking van creativiteit was niet verkeerd ;-) Vooral omdat ze uitgedaagd werden krantenkoppen te bedenken die mobiliteit onder medewerkers moest stimuleren. Een prijsuitreiking bleef dan ook niet uit.

De winnaar is...
We hebben veel reacties ontvangen  en er zat één grote favoriet bij. Deze favoriet en dus winnaar is........ *tromgeroffel*......... “Nooit gedacht dat het zo leuk zou zijn!” Karin roemt deze uitspraak omdat het een persoonlijke uitspraak is die daadwerkelijk door een persoon zo gevoeld wordt en Ronald vindt vooral “nooit gedacht” een mooie toevoeging. “Het niet willen bewegen heeft vaak te maken met allerlei denkbeelden. Door foute krantenkoppen, uitspraken van collega's creëer je in jezelf een negatief beeld over een nieuwe werksituatie. Je denkt als het ware niet dat het leuk kan zijn. Dat is mooi en herkenbaar geformuleerd met: nooit gedacht.”

Authenticiteit of eerste in rij?
Vooral het authentieke element van deze krantenkop lijkt dus aan te spreken. Hoewel, misschien heeft deze krantenkop wel om hele andere redenen gewonnen... Misschien is de krantenkop de winnaar omdat deze als eerste werd genoemd in een rijtje van vijf. Want hoewel we onszelf als zeer intelligente wezens beschouwen (wat geheel terecht is uiteraard), worden we soms beïnvloed door de meest simpele en stompzinnige dingen. In dit geval gaat het om het primacy effect, wat inhoudt dat we eerst genoemde woorden - of in dit geval krantenkop - het beste herinneren.

Maar hoe zit het dan met de overige krantenkoppen; waren deze bij voorbaat al kansloos? Gelukkig niet! Uit onderzoek blijkt dat we na de eerste woorden vooral de laatste woorden goed onthouden. Dit noemen we het recency effect. Bewijsmateriaal werd meteen geleverd: de tweede prijs ging naar al 50 ex collega’s nog blijer in een nieuwe baanen was geheel toevallig de laatste krantenkop in rij. Met andere woorden: de middelste krantenkoppen hadden geen schijn van kans. Maar ach, misschien waren ze gewoon slechter ;-)

woensdag 24 november 2010

Humor in reclame werkt!

Kennen jullie nog die reclame van Rolo, die met die olifant? Hij blijft leuk om te zien, maar is zo'n grappige reclame nu ook effectief? Wetenschappelijk onderzoek geeft ook antwoord op deze vraag. Voordat je het antwoord krijgt, vraag ik je eerst iets te doen:

 
Klem een pen tussen je tanden.
Zorg er daarbij voor dat je lippen de pen niet raken. Zitie? Goed, houden zo. Deze houding zorgt ervoor dat je je lachspier (zygomatic major) aanspant. Hierdoor ben je waarschijnlijk positiever over deze blog, dan wanneer ik je niet gevraagd had deze pen in je mond te doen. Hoe zit dit? Het aanspannen van je lachspier, leidt tot een positieve activatie in je brein. Je brein weet echter niet dat dit komt door die pen die in je mond zit, maar koppelt het automatisch aan deze blog die je nu aan het lezen bent. 


Evaluatief conditioneren
Je vraagt je misschien af wat deze oefening te maken heeft met het antwoord op de vraag wat het effect is van humor op reclame. Dat zit als volgt. Wanneer je moet lachen om een reclame, dan komt je lachspier in actie. Hierdoor krijgt je brein een seintje dat er iets positiefs is. Er wordt een verband gelegd tussen het positieve gevoel van het lachen en het product in de reclame. Dit noemen we evaluatief conditioneren.

Humorparadox
Mensen hebben dus een positief gevoel bij de reclame met humor. Maar uit het promotie onderzoek van Madelijn Strick (2009) blijkt dat mensen wel het merk van de humorvolle reclame vergeten. Niet handig dus om voor humor te kiezen. Of toch wel? Hier ontstaat wat Strick de humorparadox noemt: mensen vergeten (bewust) het merk, maar kiezen toch voor het product! Onbewust is er dus blijkbaar toch een positieve associatie gelegd met dat product, waardoor mensen er toch voor kiezen. Het is dus niet perse belangrijk dat mensen (bewust) het merk onthouden, het is belangrijk dat mensen gaan lachen, zodat ze uiteindelijk voor jou kiezen.

Humor op de Universiteit
In ons vorige blog (Wetenschap = leuk) lieten we filmpjes zien die de afdeling communicatie van de Radboud Universiteit had gemaakt. Aankomend studenten moesten erg lachen om deze filmpjes. Zoals we nu weten, leidt dit tot een positieve associatie en mogelijk ook de keuze voor deze Universiteit. Je zou zeggen dat de universiteit gebruikt maakt van deze wetenschap, maar helaas... Misschien een idee voor de afdeling communicatie: de volgende keer vraag je het College van Bestuur eerst om een pen horizontaal in hun mond te klemmen...Wie weet!

maandag 22 november 2010

Wetenschap = leuk!

De Universiteit wordt vaak gezien als een ivoren toren waar een andere taal gesproken wordt dan in het dagelijks leven. Zonde, want er worden zoveel interessante dingen ontdekt die we kunnen gebruiken in de praktijk. Met deze blog willen we de wetenschap een stukje dichterbij halen. Ook de afdeling communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen wilde het dit jaar een keer anders doen. Elk jaar doen Universiteiten weer hun best om zich als Universiteit als leukste/beste te presenteren om studenten te werven. Het voorproefje van de campagne van dit jaar haalde meteen het nieuws...

Sexy filmpjes
De afdeling communicatie wilde laten zien dat er op de Universiteit allerlei leuke onderzoeken gedaan worden. In drie filmpjes vertelt model Ancilla Tilia over een onderzoek van de Universiteit en doet zij een N=1 experiment. De uitleg laat ze over aan de echte wetenschapper. Deze overduidelijk ironische filmpjes werden in een collegezaal met 400 aankomende studenten met luid applaus ontvangen...

Niets meer aan doen, zou je zeggen! 
Maar het College van Bestuur dacht daar helaas anders over. Zij raakte in de stress en besloot het project per direct te stoppen. De filmpjes waren 'seksistisch' en 'denigrerend', aldus het bestuur. Duidelijk een gebrek aan humor in mijn ogen! Hieronder de filmpjes, dus oordeel zelf:





vrijdag 19 november 2010

Hoe komt het dat Carlo zo goed imiteert?

De TVKantine won dit jaar de televizierring. Fascinerend te zien hoe goed Carlo&Irene typetjes nadoen! Laatst zag ik Rene van der Gijp op televisie, tenminste dat dacht ik, want het was Carlo Boszhard die weer eens een typetje deed. Volgens mij zou ik niet eens in de buurt komen als ik een poging deed iemand te imiteren. Hoe komt het dat Carlo dit zo goed kan?

Pavlov
Gisteren zag ik een aflevering van het nieuwe televisieprogramma Pavlov. De makers gaan op zoek naar het antwoord op de vraag: 'Waarom ben ik zo?' Deze aflevering ging over het talent van Carlo Boszhard. De onderzoekers op 'onze' Radboud Universiteit in Nijmegen lieten glunderend de wetenschap los op deze beroemde proefpersoon.

Dialect
Het lijkt mij vooral moeilijk helemaal te klinken als het typetje dat je nadoet. Als ik een poging doe Limburgs te praten wanneer ik een vriendin in dialect hoor telefoneren, lacht ze me vierkant uit. Carlo blijkt echter gemakkelijk een onbekend dialect na te kunnen doen. De presentator van het programma deed ook een tevergeefse poging, waardoor snel duidelijk werd dat Carlo hier echt goed in is.

Hersenscan
Bij dit onderzoek hoort ook een hersenscan, zodat we kunnen zien wat er in het hoofd van Carlo gebeurt. Uit een MEG (registreert activatie in de hersenen) blijkt dat in het brein van Carlo naast het visuele gebied ook het motorische gebied geactiveerd wordt. Deze zogenaamde spiegelneuronen worden actief bij het zien van een filmpje van Foppe de Haan. Deze activatie laat zien dat Carlo in zijn hoofd de bewegingen van Foppe de Haan imiteert. Een voorbeeld dat me van de studie is bijgebleven, is dat dit ook gebeurt als we naar sport op televisie kijken. Bij het kijken naar een voetbalwedstrijd wordt in je brein het motorisch gebied geactiveerd alsof je zelf aan het voetballen bent.

Anders kijken en bewegen
Carlo heeft veel spiegelneuronen, waardoor hij goed in staat is te voelen wat anderen voelen. Een interessante vervolgvraag is of hij ook naar andere dingen kijkt. Om daarachter te komen is een mooi instrument ontwikkeld dat de bewegingen van de ogen kan volgen (eyetracker). Tijdens een test blijkt dat de presentator vooral kijkt naar de ogen en Carlo vooral naar de mond. Hij vertelt daarbij dat hij het meeste interessante vindt wanneer iemand niets zegt, hoe beweegt het gezicht dan? Carlo kan die gezichtsbewegingen vervolgens goed nadoen. Uit onderzoek met een andere technisch hoogstandje dat gezichtsbewegingen registreert (EMGmat), blijkt dat Carlo een extreme beheersing heeft van zijn gezichtsspieren. Hij scoort hierin bovengemiddeld en kan gezichtsbewegingen imiteren zonder te oefenen.

Het is wetenschappelijk bewezen dat Carlo goed kan imiteren. Dat wisten we al, maar we hebben nu ook gezien welke factoren eraan bijdragen die je op het eerste gezicht niet ziet. Het programma biedt op een leuke manier een kijkje in de keuken van de wetenschap, dus op deze plaats een tip: kijk op donderdagavond om 20.55 naar Nederland 3!

vrijdag 12 november 2010

Blaadjes op de rails

Het is weer flink mis op het spoor: blaadjes, seinstoringen, aanrijdingen en als klap op de vuurpijl met de trein in de file. En was dat niet net een van de redenen om de auto te laten staan? Vorige week hadden wij weer pech op station Arnhem, of liever gezegd die eeuwige bouwput. Die trappen zijn op zich al frustrerend, maar bij vertraging maken de omroepers er een spel van om kuddes mensen heen en weer te laten rennen tussen de verschillende perrons. Je voelt je een idioot tijdens het rennen, maar rent toch maar achter de rest aan (iets met sociale bewijskracht). Verwaaid en buiten adem ploften we uiteindelijk in een trein vol met andere geïrriteerde forenzen. En zowaar de trein vertrok!

Maar toen kwam de conducteur…
Deze beste man dacht blijkbaar niet na wat het beste was om te doen in deze situatie, want hij ging gewoon kaartjes controleren. Natuurlijk hij doet gewoon zijn werk, maar beeld je even in: een vol gepropte trein met geïrriteerde reizigers die net een zucht van verlichting slaken dat de trein zowaar in beweging komt. Is het dan handig om te gaan controleren of mensen wel een kaartje hebben?

En toen?
Verontwaardigd gaven eerst de mensen die in het gangpad stonden hun kaartje af. De rest van de coupé pakte ook zuchtend de vervoersbewijzen. Op een meneer na. Deze meneer zei luid en duidelijk: “Ik geef u mijn kaartje niet, dit is mijn protest!” De hele coupe keek vol verwachting naar de conducteur: Wat zou hij zeggen? De meneer in protest hield een betoog over het wee van de trein en dat zijn klachten niet serieus werden genomen: dit was zijn laatste middel!

Reactance
Wij zaten eerste rang en waren de vertraging op slag vergeten. Momenteel doen wij onderzoek naar weerstanden en dit was een mooie casus om te observeren. Deze meneer was zo gefrustreerd, omdat hij de controle kwijt was. Hij was al dagen overgeleverd aan de grillen van de trein en met het controleren van het kaartje maakte de conducteur het nog erger. Dit was voor de man aanleiding om te weigeren: ik moet niets! Deze weerstand noemen we reactance: mensen voelen zich gepusht om bepaald gedrag te vertonen. De man zocht naar manieren om zijn autonomie terug te krijgen.
De conducteur had zijn cursus gespreksvaardigheden goed begrepen. Allereerst erkende hij de weerstand van de man. Oprecht liet hij merken dat hij begreep hoe vervelend de vertragingen zijn. Ook depersonaliseerde de conducteur zijn rol (hij deed ook maar zijn werk), zodat de man niet boos kon zijn op de conducteur als persoon. Helaas voor dit verhaal liep het dus allemaal met een sisser af.

Moraal van het verhaal
Hoewel de conducteur de situatie uiteindelijk goed afhandelde, had hij kunnen voorkomen dat deze man überhaupt in protest ging. De conducteur wist dat het die week een puinhoop was op het spoor en dat mensen daar flink van balen. Hij had beter door de trein kunnen lopen op een dienstverlenende manier. Door de chaos missen mensen aansluitingen en dergelijke, dus hij kon bijvoorbeeld nagaan of mensen nog vragen hebben. Maar hierbij is het natuurlijk de vraag hoe de conducteur zijn functie ziet. Is hij er puur om vervoersbewijzen te controleren? Of is hij ook het visitekaartje van de NS en is hij er ook om vragen te beantwoorden waar nodig?

dinsdag 2 november 2010

Hoe breien we recht wat krom is?

Waarom leidde een dubbel paspoort in 2007 tot een motie van wantrouwen en in 2010 niet? Hoe komt het dat mensen roken, terwijl ze weten dat het slecht is? En is het zo dat je ex echt minder knap is geworden, nu jullie relatie over is? Kortom: hoe doen we dat eigenlijk, dat rechtbreien wat krom is?
Practice what you preach
Natuurlijk weten we dondersgoed wanneer we smoesjes verzinnen, maar hoe komt het nu dat we er zelf ook in gaan geloven? Ons brein kan niet goed omgaan met cognities (gedachten, gevoelens, gedrag) die niet met elkaar overeen komen. Het credo: practice what you preach, wordt in de praktijk vaak genoeg niet nagekomen. De tegenstelling tussen verschillende cognities zorgt in ons brein voor een strijd die opgelost moet worden. De psycholoog Festinger ontdekte dat ons brein een mooie manier heeft om deze tegenstelling op te heffen. Hij noemde dit: cognitieve dissonantie reductie.
Echt súúper leuk!
Festinger bedacht een slimme manier om te onderzoeken wat er gebeurt als er een tegenstelling is tussen cognities. In het onderzoek deden proefpersonen deden mee aan een experiment waarbij ze allerlei saaie taakjes moesten doen. Het ging, zoals meestal bij onderzoek, niet om de taakjes. Na de taak werd de proefpersonen gevraagd de proefpersoon na hen te vertellen dat het experiment erg leuk en interessant was. En nu komt de truc van het experiment: de ene groep kreeg hiervoor  1 euro en de andere groep kreeg 20 euro. 
Welke groep loog overtuigender tegen de persoon na hen denk je?
De groep die maar één euro kreeg! Dit is waarschijnlijk niet wat je had verwacht. Hoe komt dit nu? Alle proefpersonen vonden de taak saai, maar moesten zeggen dat de taak leuk was. Dit veroorzaakt een strijd tussen wat je vindt en zegt (cognitieve dissonantie).  De proefpersonen die 20 euro hadden gekregen, konden dit makkelijk voor zichzelf rechtvaardigen doordat ze er genoeg geld voor hadden gekregen. De groep die slechts een euro kreeg, maakten de taak (onbewust) leuker in hun hoofd, zodat de tegenstelling ook opgeheven werd. Ze waren er dus in gaan geloven dat ze de taak leuk vonden en waren hierdoor dus beter in het overtuigen van de persoon na hen.
Als je er zelf maar in gelooft…
Om de cognitieve dissonantie op te heffen, creëer je onbewust gedachten die het allemaal begrijpelijk maken wat je doet. We zoeken dus eerder feiten die onze overtuigingen ondersteunen, dan dat we onze overtuigingen herzien als de feiten anders blijken te zijn.
De cognitieve dissonantie theorie is een verklaring waarom Wilders kon rechtvaardigen dat hij dit jaar geen motie van wantrouwen indiende, terwijl hij dat in 2007 wel deed. En waarschijnlijk is het dus ook zo dat die ex niet minder knap is geworden, maar dat ons brein dat heeft gedaan om de pijn te verlichten. Als je er zelf maar in gelooft, zullen we maar zeggen…