vrijdag 30 juli 2010

Met de benen op tafel

‘Met de benen op tafel, sparren en een dagje op de hei’ wie kent het niet? Twee weten meer dan één en hoe meer zielen hoe meer vreugd, dus dagelijks zit vergadercentra vol met enthousiastelingen. Ook wij worden regelmatig gevraagd om mee te denken in subgroepjes. Erg leuk natuurlijk, maar is een brainstorm eigenlijk wel zo effectief?

Uit onderzoek is gebleken dat in een brainstorm minder ideeën ontstaan, dan wanneer je mensen eerst apart de opdracht geeft ideeën te genereren en daarna pas groepsgewijs. Het is zelfs zo, hoe groter de groep, hoe lager het rendement. Hoe komt dit?

De nadelen van een brainstorm
Misschien herken je dit wel: tijdens een brainstorm ontstaat in je hoofd een soort storm van ideeën. Briljant, maar een ander is aan het woord. Ook een interessant punt, goh zeg..  En dan stilte, een perfect moment om jouw idee naar voren te brengen. Je ademt in en…wat had je nou bedacht? Iets met…en de volgende is alweer aan het woord. Helaas heb je niet de cognitieve capaciteit om oplossingen te bedenken, te luisteren en nog op te letten wanneer je aan de beurt bent. Dit heeft ook tot gevolg dat de verantwoordelijkheid verspreid in een groep (diffusion of responsibility). De bijdrage van ieder groepslid is niet echt te onderscheiden. Hierdoor leunen mensen naar achter en liften mee op andermans ideeën (social loafing).  

Eerst individueel
Kortom, het rendement van een slecht voorbereide brainstorm is lager dan de optelsom van de individuele ideeën. Hoe komt het dan toch dat we allemaal denken dat een brainstorm wel effectief is? Dat komt doordat we iets te optimistisch zijn over onze eigen prestaties (onrealistisch optimisme). Als in een brainstorm plannen zijn gemaakt, blijkt dat mensen achteraf allemaal denken dat zij een bovengemiddelde bijdrage hebben gehad. Goed voor ieders ego natuurlijk, maar minder voor het uiteindelijke resultaat. Wil je een effectieve brainstorm, zorg dan dat je groepsleden eerst individueel aan de slag laat gaan.

donderdag 29 juli 2010

Het effect van complimentjes

We geven allemaal wel eens complimentjes aan een ander. “Mooie jas, goed gedaan, lekker gekookt” zijn veel voorkomende voorbeelden. Maar waarom geven we eigenlijk complimentjes? Wellicht omdat het geven van een complimentje vaak effectief is. Zo voelen mensen zich beter nadat ze een complimentje ontvangen, beoordelen ze degene die een complimentje geeft als positiever, en helpen complimentjes tegen ziekteverzuim.


Onterechte complimentjes?
Genoeg voordelen dus. Maar hoe zit het met onterechte complimentjes; kennen deze dezelfde voordelen? Het antwoord blijkt helaas niet makkelijk te zijn. Aan de ene kant leiden onterechte complimentjes bij kinderen tot een verminderde motivatie om hard te werken en een competitieve instelling. Morele waarden en normen spelen bij deze kinderen een kleinere rol dan bij kinderen die weinig onterechte complimentjes ontvangen.

Het geven van onterechte complimentjes kan echter ook voordelen hebben. Zo blijkt uit onderzoek dat degene die onterechte complimentjes ontvangt, de gever van deze complimentjes als geloofwaardig en oprecht beschouwt. Het is dan ook niet vreemd dat verkopers die erop los slijmen, twee keer zoveel verkopen als verkopers die gewoon zo aardig mogelijk doen. En dat leidinggevenden eerder een bonus geven aan een werknemer die tegen hén slijmt dan aan een ander.

Conclusie
Onterechte complimentjes hebben dus nagenoeg dezelfde positieve effecten als terechte complimentjes, alleen kan het leiden tot een verkeerde instelling bij de gecomplimenteerde. Maar ach, als jouw doel zodoende bereikt wordt...

Zichtbaar zijn

Laatst fietste ik ’s avonds laat van de kroeg naar huis. Ik had me die avond prima vermaakt en stapte met een goed humeur op mijn fiets. Toen er echter een politieauto iets te langzaam voorbij reed, werd ik ineens achterdochtig. “Heb ik mijn lichten wel aan, ben ik niet door rood gereden?”.

Gevoelens van onveiligheid
In plaats van dat ik me veilig zou moeten voelen, voelde ik me juist onveilig. En dat is niet de doelstelling die de politie heeft bij het rondlopen door de wijk. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ik op zo’n moment niet de enige ben; de zichtbaarheid van de politie leidde bij sommige mensen tot gevoelens van onveiligheid. Men ging zich namelijk focussen op de onveilige kenmerken van de omgeving in plaats van op de veilige kenmerken.


Zichtbaarheid en de Belastingdienst
Dit is een mooi voorbeeld van het tegenovergestelde effect bereiken dan beoogd. Als we de lijn doortrekken vanuit het voorbeeld van de politie, wat is dan het effect van de zichtbaarheid van andere diensten?

De Belastingdienst is op dit moment bezig met het aanschaffen van uniformen voor medewerkers die buiten patrouilleren. Maar stel je voor dat je buiten twee mannen in een uniform van de belastingdienst ziet lopen. Heeft dit een positief of negatief effect op je?

Attitudes
Als we kijken naar de invloed van attitudes, vinden we twee mogelijke antwoorden op deze vraag. Je kunt het als positief ervaren, bijvoorbeeld doordat de Belastingdienst benaderbaar is. Maar gezien het negatieve imago van de Belastingdienst is de kans groter dat je het als negatief ervaart.

Uit ons onderzoek blijkt dat het woord 'Belastingdienst' in de hersenen geassocieerd wordt met negatieve categorieën. Zo linken wij de Belastingdienst sneller aan een pistool dan aan een bloem. Wanneer al deze negatieve associaties geactiveerd worden - tezamen met de mogelijke negatieve associaties van een uniform - is de kans op een negatieve attitude verhoogt.

Het aanschaffen van uniformen is vanuit dit oogpunt dus niet een al te best idee. Maar wellicht dat mensen -uit angst voor een controle- wel netjes hun belasting betalen. Het is maar hoe je het bekijkt!